De groeicyclus van de asperge

De asperge is een bijzondere groente. Haar « vrucht », de stengel die we eten, kunnen we onvolgroeid noemen, een tussenstadium in de groeicyclus van de plant.

Eerst wordt in de grond een wortel geplant op het moment dat deze voldoende gerijpt is. Deze wordt « klauw » genoemd. Wanneer in april de natuur ontwaakt, gaat deze te schieten en beginnen de stengels,
die we asperges noemen, te groeien.
De asperge is wit wanneer ze in een plantbed onder de grond groeit en groen wanneer ze bovengronds groeit en direct licht ontvangt.

Als de stengels de kop opsteken begint een echte race tegen de klok. De ploegen van de Régalys hoeve staan vanaf dan elke dag op het veld om te oogsten.

De oogst gebeurt met behulp van lichte elektrische wagentjes die het mogelijk maken tussen de rijen te bewegen zonder de aarde of de asperges te beschadigen.

Dagelijks zal elke plukker aan het stuur van zijn eigenaardige wagentje, ontworpen door een geniale Italiaanse ingenieur, ruim 8 km afleggen tussen de rijen asperges!

Daarna worden de asperges naar de hoeve gebracht waar ze worden gewassen, gecalibreerd, verpakt en verstuurd.

Hoe sneller verpakt en verstuurd, hoe beter. Versheid is immers uiterst belangrijk voor de kwaliteit van de asperge die niet graag wordt gestockeerd, zelfs niet in een koelkamer.

De korte keten krijgt hier zijn volle betekenis.

Wanneer elke klauw meerdere stengels heeft voortgebracht is het tijd om de natuur weer haar gang te laten gaan. Men laat de klauw uitgroeien tot een struik waardoor de plant kracht kan putten voor de winter en het volgende seizoen.

Zo kan de klauw rusten tot het weer lente wordt.